De grote karekiet nestelt langs de randen van rietmoerassen en langs grote open wateren met brede waterrietzones. De rietzones moeten minimaal 3 meter breed zijn en de planten moeten in minimaal 20 cm diep water staan. Het riet dient ijl en hoog te zijn en tevens vitaal en stevig. Dikke stengels zijn nodig om het zware nest te kunnen dragen.
Het nest wordt boven het water opgehangen in riet met een relatief open structuur. De soort foerageert in waterrietzones, maar ook veel daarbuiten, in kruidige en struikachtige vegetaties. Het voedsel van de grote karekiet bestaat vooral uit water- en oeverinsecten zoals libellen en waterkevers, ook wel uit jonge kikkers etc.
De verstoringsgevoeligheid van de grote karekiet is matig groot. Wanneer de rietkragen niet worden betreden en er geen boten aanleggen in rietkragen, heeft de recreatie weinig effect op de populaties van grote karekiet. Er zijn grote populaties aanwezig in gebieden met intensieve recreatie.
Het broedbiotoop van de roerdomp bestaat uit (half)open waterrijke landschappen met brede zones overjarig waterriet en veel overgangen van riet naar water en/of grasland. De soort nestelt plaatselijk ook in homogene vegetaties van lisdodde of mattenbies. De nestplaats is gelegen in periodiek geïnundeerd rietland of tussen permanent in het water staande riet of lisdodden van minimaal enkele jaren oud. Op de nestplek heeft ophoping van oude stengels plaatsgevonden. Het broedbiotoop hoeft niet groot te zijn, maar de rietkragen moeten minimaal ca 10 meter breed zijn en minimaal 20% hiervan moet bestaat uit overjarig riet.
Het voedsel van de roerdomp bestaat voornamelijk uit vis en amfibieën. De vogel zoekt zijn voedsel in het ondiepe water tussen het waterriet en langs de randen hiervan, verder ook in vochtige en vaak wat ruige graslanden. Van belang voor deze soort is een voedselgebied met een flinke randlengte van waterrietkragen en ruimtelijke overgangen van riet- naar grasland.
De roerdomp vertoont een gemiddelde verstoringsgevoeligheid over het gehele jaar. In zijn leefgebied is de soort matig tot gemiddeld verstoringsgevoelig. In de opengestelde gebieden is verstoring van broedende en foeragerende roerdompen mogelijk. Vooral de land- en waterrecreatie bedreigen de rust van de roerdomp.
Vanwege de verstoringsgevoeligheid van beide soorten vogels wordt het pad richting vogelkijkhut afgeschermd met wilgentenenschermen en Bbsschages en komt er een rustgebied aan de waterzijde. Dit gebied mag niet betreden worden met boten, kano’s, surfplanken, subs of zwemmend.
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.